T-PACK model

- Technological pedagogical content knowledge

Dit is de kennis die de leerkracht bezit over de apparaten en de werking van de aparaten waarmee hij werkt. Het duidt aan dat de leerkracht moet weten wat het apparaat doet en welke implicaties dit heeft voor zijn les. De leerkracht moet ervan op de hoogte zijn dat technologie ook pedagogische gevaren met zich mee brengt.

- Content knowledge

Dit staat voor de kennis die de leerkracht heeft over zijn vakgebied. De leerkracht moet dus weten waar hij het over heeft. Er wordt vanuit gegaan dat elke leerkracht die in het Nederlandse onderwijs les geeft deze kennis heeft.

- Pedagogical knowledge

Dit staat voor de pedagogische kennis van de docent. Hierbij gaan we er vanuit dat de docent weet wat de kinderen in de klas nodig hebben en hoe je hier als leerkracht mee omgaat. Ook van dit vlak wordt er in Nederland verwacht dat elke docent die les geeft dit kan.

 

Het TPACK model is één van de literatuur onderdelen in ons project. Het T-PACK model zit dan ook verwerkt in de verantwoording van onze opdrachten. Dit model bestaat uit de volgende drie delen:

  • Pedagogische kennis (PK)
  • Technologische kennis (TK)
  • Centrale kennis/vakkennis (CK)

Deze drie kennisblokken kunnen in elkaar overlappen. Leren vindt altijd plaats in een specifieke context. Daarom is het bij leren belangrijk dat je rekening houdt met alle verschillende kennisblokken en de leeromgeving zelf. Succesvol leren betekent hierin een goede balans vinden tussen de drie kennisblokken en de leeromgeving waarin de leerlingen zich bevinden.

Pedagogische kennis wordt gezien als de kennis hoe leerlingen leren, hoe je je middelen inzet, evaluatie van de les, etc. Hoe maak jij het leren mogelijk voor leerlingen. Dit is een belangrijk aspect in het TPACK model omdat het vertelt wat leerlingen in een les doen en met welke middelen. De technologische kennis gaat over de kennis van je inzetbare media. Zo kun je denken aan alle moderne middelen, bijvoorbeeld: systemenkennis rondom een computer, laptop, mobiel of ander device. Ook de traditionele media wordt gezien als technologische kennis zoals het schoolbord, liniaal en boeken. De centrale kennis is de vakkennis die de docent wil overbrengen aan de leerlingen. Alles wat de docent aan concrete kennis wil meegeven aan de leerlingen valt onder centrale kennis. Begrippen, relaties en processen is de centrale kennis die de leraar moet overbrengen aan leerlingen.

Deze drie kennisblokken werken samen om goed onderwijs te creëren. Hoe je deze kennisblokken gebruikt is aan de docent. Sommige lessen kunnen meer van het ene kennisblok vragen dan van het andere. Toch blijft dat een keuze van de docent die daar zijn eigen invulling aan geeft.

Omdat ons project verschillende aspecten omvat rondom de verschuiving van het traditionele leren naar het modern leren, passen wij het T-PACK model toe op onze opdracht:

Scratch

Scratch is een programma waarmee je objecten bepaalde opdrachten kunt geven waardoor ze bij elke handeling kunnen bewegen. Het uiteindelijke resultaat is dat je voor een object een programma hebt geschreven, waarna het verschillende handelingen gaat uitvoeren. Zo zou een auto kunnen rijden bij elke keer dat je op de spatiebalk drukt en een ander object tevoorschijn komt wanneer je een bepaalde afstand met het eerste object hebt afgelegd.

Passen we Scratch toe op het T-PACK model dan zie je in bovenstaande afbeelding dat deze les zich veel richt op de technologische en pedagogische kant. De echte vakkennis is leren in stappen te werken en deze op te volgen om zo tot een resultaat te komen. Om dit mogelijk te maken moet de leerkracht de focus leggen op de technologische en pedagogische kant.

Rekenweggetjes

Rekenweggetjes is een opdracht waarin het T-PACK perfect past. De leerlingen moeten door middel van Bee-Bots een rekensom op een map afleggen. Als de Bee-Bots dit hebben afgelegd moeten ze het eindcijfer als oplossing hebben. Hierbij gebruik je de Bee-Bots als technologie, de lesuitleg als pedagogiek en de rekensom als concrete vakkennis. Er is niet een kennisblok dat hier specifiek uitspringt. Daarom past deze opdracht perfect in het T-PACK model.

QWOP

QWOP is een spelletje waarbij een atleet meters moet rennen. Je laat deze atleet door 4 spieren te laten bewegen. Deze spieren kunnen bewogen worden door de toetsknoppen Q,W,O en P in te drukken. Ten aanzien van het T-PACK model, bevat dit spel weinig concrete vakkennis. Het technologische gedeelte van de les zal hier veel verder uitspringen. Voor de pedagogische kant moet de leerkracht veel helpen als een aantal leerlingen het niet lukt om de QWOP stappen onder de knie te krijgen. Toch blijkt uit onze test resultaten dat leerlingen dit vaak zonder hulp kunnen.

Stopmotion

De stopmotion is een ten aanzien van het T-PACK model een redelijk gebalanceerde opdracht. Er is kennis van de app nodig, kennis van de inhoud van de stopmotion en de leerkracht begeleid de leerlingen in hun proces. Redelijk gebaseerd hangt hierbij af van de kennis van de inhoud. De inhoud van alle filmpjes kunnen natuurlijk verschillen.

Viral gaan

Bij de opdracht viral gaan zet het T-PACK model voornamelijk in op de Technologische kennis en de Pedagogische kennis van de docent. Er wordt veel gekeken naar de implicaties van het media gebruik en naar hoe de kinderen daarmee omgaan. De pedagogische kennis is voornamelijk belangrijk omdat de leerkracht veel moet praten met de leerlingen om tot ze door te dringen en het duidelijk te krijgen dat sociale media gevaarlijk kan zijn als het verkeerd wordt gebruikt.

De wegwijzer

Bij de wegwijzer wordt er in het T-PACK model vrijwel niet ingezet op daadwerkelijke technologische kennis. Toch heeft de leerkracht voor deze opdracht de kennis wel nodig om de kinderen te kunnen uitleggen dat een computer ook geprogrammeerde routes volgt binnen zijn systeem. Als de leerkracht deze kennis niet heeft is de opdracht een stuk minder zinvol.